N.V. Westerscheldetunnel Meer WST
Blijf op de hoogte Blijf op de hoogte van de actuele verkeersinformatie

Normaal gezien is de maximum snelheid 100 km per uur. Het kan zijn dat we een snelheidsbeperking moeten instellen. Dit wordt dan aangegeven op de matrixborden boven de rijbanen in de tunnel en op het tracé. Het is van belang voor je eigen veiligheid én die van andere weggebruikers dat je je aan de snelheid houdt. Zo stellen we een snelheidsbeperking in tijdens onderhoud of voor het beveiligen van een pechgeval. Op die manier kunnen tunnelwachten, onderhoudspersoneel en bergers veilig hun werk doen.

Op het Tolplein geldt een maximumsnelheid van 30 km per uur. Met deze snelheid kan het verkeer veilig passeren en is doorstroming gegarandeerd. Daarnaast is het ook veiliger voor onze tolpleinmedewerkers. Let er op dat zij over het Tolplein lopen om gestrande bestuurders weer op weg te helpen.

In beide richtingen wordt 24 uur per dag, 7 dagen per week de snelheid gemeten over een afstand van 8 kilometer. Bij een trajectcontrole hangen er camera’s op meetpunten langs de weg. Deze camera’s registreren ieder voertuig. De tijd die het voertuig erover doet tussen twee meetpunten, geeft aan hoe hard er is gereden. Is dit harder dan de toegestane snelheid? Dan kan de kentekenhouder een boete in de bus verwachten.

Veiligheid

Harder rijden dan de maximum snelheid levert gevaarlijke situaties op. Zeker in een tunnel. Gelukkig zien we dat door de trajectcontrole grote snelheidsverschillen voorkomen worden. En dat komt de verkeersveiligheid alleen maar ten goede.

 

 

De trajectcontrole in de Westerscheldetunnel wordt uitgevoerd door het Openbaar Ministerie. Als wegbeheerder mag de N.V. Westerscheldetunnel namelijk niet op snelheid handhaven. Vragen over een boete of de trajectcontrole kunnen gesteld worden via www.openbaarministerie.nl.

 

Top 3 veelgestelde vragen

  • Wat is tunneldosering en waarom wordt het toegepast?

    Als we bij een file voor de tunnel, de tunnelbuis met twee rijstroken tegelijk openstellen, kan dit voor stilstaande voertuigen en onveilige situaties in de tunnel leiden. Hierdoor wordt de kans op een nieuw incident groot. Om dit te voorkomen zet de tunneloperator, indien nodig, tunneldosering in. Tunneldosering is het gereguleerd toelaten van verkeer in de tunnel. Vaak ontstaat er file voor de tunnel, omdat er een incident heeft plaatsgevonden waarbij de tunnelbuis tijdelijk dicht moet. Bij het open gaan van de tunnelbuis wordt het verkeer over één rijstrook geleid met een snelheidsbeperking van 70km per uur. De andere rijstrook blijft afgesloten. Verderop in de tunnel geldt vervolgens de snelheidsmaatregel 80-80, je mag dan 80km per uur op beide rijstroken. Deze maatregel zorgt ervoor dat het inrijdende verkeer weer snel uit elkaar rijdt. Zo ontstaat er voldoende ruimte om veilig en vlot de weg te vervolgen! Op deze manier voorkomen we dat er nóg een in incident plaatsvindt in de tunnel.

    De tunneloperator houdt via camerabeelden de situatie continu nauwlettend in de gaten en neemt maatregelen die op dat moment het best passend zijn voor de situatie. Alles met het oog op het voorkomen van een incident en een veilige en goede doorstroming van het verkeer.

  • Waarom wordt er 1 rijstrook afgesloten in de tunnelbuis, als het pechgeval pas ná de tunnel staat?

    Wanneer er een pechgeval aan het eind van de tunnelbuis of direct erbuiten staat, dan wordt er uit voorzorg één rijstrook afgesloten in de hele tunnelbuis. Dit wordt ook gedaan bij werkzaamheden. Het verkeer kan (meestal over de linkse rijbaan) passeren met een beperkte snelheid van 70 km/u. Het is vanuit de tunnelwetgeving niet toegestaan om in een tunnel rijstroken te verminderen. Dit omdat het invoegen van verkeer van twee naar één rijstrook gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, zeker vanwege het snelheidsverschil tussen het langzamere vrachtverkeer en personenauto’s. Dit kan filevorming veroorzaken of een aanrijding. Bij file in de tunnel zijn wij verplicht om de tunnel te sluiten. Aangezien we dit voor willen zijn, sluiten we voor de tunnel één rijstrook af en wordt het verkeer rustig naar één rijbaan geleid. Zo kunnen we de verkeersdoorstroming waarborgen.

  • Kunnen voertuigen, uitgerust met een rijhulpsysteem ongewenst reageren in de tunnel?

    Steeds meer autofabrikanten rusten hun voertuigen standaard uit met geavanceerde rijhulpsystemen die bestuurders helpen om veiliger te rijden, zogenaamde ADAS-systemen (Advanced Driver Assistance Systems). De volwassenheid van deze systemen is nog in ontwikkeling. Veel fabrikanten raden aan om deze systemen onder bepaalde omstandigheden niet te gebruiken, onder andere in tunnels. Dit omdat de systemen onverwachts kunnen reageren in de tunnel en de bestuurder verrassen door een noodstop te maken. Voor ieders veiligheid adviseren we om de Adaptive Cruise Control en/of het automatisch remsysteem in jouw voertuig uit te schakelen als je de tunnel passeert of contact op te nemen met je dealer. Aan het begin van onze tunnels vind je hiervoor waarschuwingsborden.

    Vanuit de onderzoeksraad voor de veiligheid is onderzoek verricht naar de huidige werking van de systemen. Dit is vastgelegd in het rapport  “Wie stuurt? Verkeersveiligheid en automatisering in het wegverkeer”. Hoewel de huidige systemen overwegend tot een toenemende mate van veiligheid leiden, kunnen ze ook onbedoeld leiden tot verkeersonveilige situaties bij verkeerd gebruik of gebruik onder niet ideale omstandigheden.