Afsluiting tunnelbuis
Het komt regelmatig voor dat er een voertuig strandt in de tunnel. Het bergen van een voertuig mag alleen als de tunnel is afgesloten. We hebben de plicht om de veiligheid van de tunnelgebruikers, de hulpdiensten en onze eigen medewerkers te garanderen en dat kan alleen door de tunnel tijdelijk af te sluiten.
Bergen pechvoertuig
Auto’s en motoren
Gestrande auto’s en motoren worden direct geborgen, zowel in als buiten de spits. De betreffende tunnelbuis gaat hiervoor maximaal een half uur dicht. De gestrande auto of motor wordt naar een veilige plaats buiten de tunnel gebracht. De bestuurder moet vervolgens zelf zorg dragen voor het transport of reparatie van de auto.
Vrachtwagen’s
Een vrachtwagen met pech wordt in principe altijd buiten de spitstijden geborgen. Dit minimaliseert de verkeersoverlast. De spitstijden zijn doordeweeks van 06.00 tot 09.30 uur en van 15.00 tot 19.30 uur. Als een vrachtwagen binnen deze tijden met pech in de tunnel strandt, blijft de vrachtwagen staan, tot de spits is afgelopen. De tunnelbuis wordt dan met één rijstrook opengesteld voor het verkeer, wel geldt er een snelheidsbeperking van 70 km/u. Zo kan het verkeer toch passeren.
De tunnelbuis wordt voor het bergen van een vrachtwagen maximaal een uur afgesloten. Als het bergen langer duurt, dan wordt de tunnelbuis korte tijd opengesteld om het wachtende verkeer te laten passeren. Daarna wordt de buis opnieuw afgesloten om verder te werken.
Uitzonderingen op bovenstaande procedure zijn gevaarlijk opgestelde vrachtwagens en vrachtwagens met gevaarlijke stoffen of vee.
Tegenverkeer
Een vraag die we vaak horen, waarom is er geen tegenverkeer mogelijk tijdens een afsluiting?
Het is wettelijk bepaald dat tegenverkeer (verkeer in beide richtingen door één tunnelbuis) in de Westerscheldetunnel niet is toegestaan. Voor onderhoudswerkzaamheden in de daluren (tussen 21.00 en 05.00 uur) wordt een uitzondering gemaakt. De belangrijkste reden om tegenverkeer niet toe te staan, is de veiligheid. In geval van brand of rookvorming wordt de ventilatie namelijk ingeschakeld in de rijrichting van het verkeer. De automobilisten die zich voor het incident bevinden, rijden gewoon de tunnel uit zonder last te hebben van de rook. Verkeer achter het incident kan niet weg, maar bevindt zich door het inschakelen van de ventilatie toch in zuivere lucht. In een situatie van tegenverkeer kun je die mogelijkheid aan één van de twee richtingen niet bieden. Daarom is het dus in principe niet toegestaan om tegenverkeer in te stellen in de Westerscheldetunnel.
Afkruisen rijstroken
Als er een voertuig met pech in of net buiten de tunnel staat, wordt de rijstrook waarop het desbetreffende voertuig staat afgekruist. Op de andere rijbaan wordt een snelheidsbeperking ingesteld. Als er nog mensen in de tunnel lopen, geldt er een snelheidsbeperking van 50 km/uur. Staat er alleen een veiliggesteld voertuig, dan is er een snelheidsbeperking van 70 km/uur.
Om filevorming te voorkomen is het vanuit de tunnelveiligheidswetgeving niet toegestaan om in een tunnel rijstroken te verminderen. Staat er dus een pechgeval in of net buiten de tunnel, dan wordt er voordat je de tunnel inrijdt één rijstrook afgesloten. In de wetgeving is het wel toegestaan om rijstroken te vermeerderen. Dus ben je voorbij het pechgeval, dan kunnen er weer twee rijstroken opengesteld worden.